Hoofdstuk 14 uit 2e boek kustvaart belevenissn 1960

Al 9 jaar de beste

3000 fans.FB lowy Cremers udonthani.

Ze kunnen niet meer om ons heen.

 

 Hoofdstuk  14   deel 2 Kustvaart 1960

Ingezonden door een van onze trouwe fans.

 

Even later zaten ze in een snik hete mess kapucijners te eten met de man een karig stukje spek.

Na het eten lagen ze te luieren in de zon en bespraken ze wanneer ze terug zouden varen. 

Waarom varen we niet even naar Enkhuizen, opperde Steef. Daar kunnen we provianderen en blijven desnoods heel het weekeind op zee.

Willy stribbelde nog even tegen, maar het lokte haar ook wel aan om nog een paar dagen aan boord te blijven, 

Maar in haar hart wist ze wel beter, Hein was eigenlijk de reden dat ze nog langer wilde blijven.

En zo zou ze er ook achter kunnen komen of Hein wat met Inger had.

Ze had Inger een paar keer stiekem zitten bekijken als ze er geen erg in had. Het was een heel mooi meisje. 

Het mooiste aan haar vond ze haar diep blauwe ogen die je zo ondoorgrondelijk aan konden kijken dat iedere vent er wel voor moest vallen. 

Ze had geen kind en zij wel, dus ze hoefde zich geen illusie te maken als Hein een keuze zou maken, zij de eerste zou zijn. Verdorie ze had zich er te veel in verdiept er drupte plotseling een traan uit haar ogen.

Nog geen dertig en haar leven was al voorbij. Siem zou haar laatste redding moeten zijn , nou daar paste ze ook voor, besloot ze opeens.

Hein vond Willy verdacht geworden stil hij keek naar haar en kreeg het vermoeden dat er tranen in haar ogen glinsterden. Verdomme dacht hij wat zou er zijn, zou ze Dirk nu op het ogenblik zo missen?  

Hein ging naar het stuurhuis en startte de motor in zijn achteruit, na enig wroeten en wringen kwamen ze los.

Ze moesten wel opschieten als ze nog inkopen wilden doen, Steef kwam naast hem staan en draaiden nog een paar slagen aan de regulateur.

Willy stapte het stuurhuis binnen en vroeg, waar zijn je kaarten Hein?

Hein draaide zich half om en zei, daar in één van die laden zullen ze wel liggen.

Willy zocht tussen de kaarten naar een kaart van het IJsselmeer maar al wat ze vond waren alleen maar kaarten van de zoute kant.

Zorgeloos lachend keek hij haar aan en zei met zijn arm recht vooruit wijzend, die kant moeten we ongeveer op. 

Hij stapte opzij en zei, stuur maar een tijdje.

Steef hing uit het raam en keek naar de enorme boeggolf, de kotter snorde er aardig doorheen.

In de verte kwam een kruiplijn coaster aan.

Hij draaide zich half om en zei tegen Willy, we gaan de goede richting uit Wil, die tegemoet komer komt via  Enkhuizen dus gaan we nog steeds goed.

Het begon al te schemeren toen ze de contouren van Enkhuizen op zagen doemen.

Inger ook op de brug, pakte een kijker en zei, ik zie daar een paar tonnen liggen.

Zie je wel antwoordde Hein, we hebben helemaal geen kaarten nodig, zo komen we er ook wel en hij pakte de nog steeds door de kijker kijkende Inger om haar middel.

 

Weer voelde Willy een naar gevoel in haar maag naar boven komen. 

Hoe vaak had Dirk dat niet bij haar gedaan toen ze nog op de Max voeren.

Ze waren nog maar een paar honderd meter van de geul verwijderd, toen de boeggolf weg zakte en de voor de boeg liggende ton maar niet dichterbij wilde komen.

Willy draaide aan het stuurrad,  maar de kotter reageerde niet meer.

Ze vroeg in het algemeen, kijk  eens op de kaart hoeveel water er hier staat?

Lachend stopte Steef de motor en zei, geen probleem het is hier allemaal modder, we sukkelen zo de geul in.

Maar daarop had hij zich verkeken, ze kwamen geen meter meer vooruit.

Nou dan blijven we hier toch liggen zei Hein en stopte de motor.

Een weldadige rust daalde over het schip. 

Inger stond met Vera aan de verschansing naar het water te kijken.

Ze vond het allang goed, morgen weer een dag, maar ze kreeg honger en er was haast geen brood meer aan boord.

Het was nu donker maar de avond was zo zwoel dat ze er nog niet over dachten om naar binnen te gaan.

In de verte hoorden ze zingen, begeleid door een harmonica, van een in de geul varend zeilschip richting Enkhuizen. 

Hein snelde naar het stuurhuis en draaide het zoeklicht naar de zeiler.Even leek het of ze door zouden varen maar toen zagen ze dat de boordlichten hun kant uit draaien.

De zeiler die veel vlotter lag dan de kotter kwam langszij.

De kapitein, een kerel die eruit zag als een piraat met zijn warrige baard vroeg, hebben jullie je eigen verpakt met het binnen lopen?

Je hebt een stukje afgestoken, kijk maar op de kaart dan zal je zien dat als je een paar honderd meter daar heen was gevaren had je water genoeg gehad.

De uit een bond gezelschap bestaande jonge mensen hingen lachend en zingend over de verschansing, er geen benul van hebbende wat er aan de hand was.

De baardman  adviseerde maar te wachten tot morgen, en dan langzaam op te stomen, misschien hadden ze geluk en was er morgen meer water dan sukkelden ze zo de geul in.

Willy vroeg, heeft u misschien een beetje brood over, wij zitten zonder en we willen morgen wel wat te eten hebben.

Verdraait daar heb ik helemaal niet aan gedacht mengde Hein zich in het gesprek. 

De baardman dook in het roefje en kwam met anderhalf brood weer naar buiten, zijn maatje had nog een pakje boter en jam in zijn handen, wat ze overgaven. 

Als je morgen hier nog zit dan bestel ik wel een slepertje, beloofde de piraat, ze gooiden het lijntje waar ze mee vast lagen los, met een nieuw zeeman’s liedje in zettend verdwenen ze in de nacht.

Makkelijke lui mompelde Hein, ze weten helemaal niet waar ze zitten, zonder kapitein waren ze nergens.

 

Inger schoot in de lach en zei proestend, dan zijn wij er beter aan toe, twee kapiteins en we weten precies, dat we hier niet goed zitten.

Hein wilde haar pakken maar ze rende naar voren. Uit het gezicht achter de winch liet ze zich vangen, waar ze haar mond uitnodigend naar hem omhoog hield.

Even verrast door haar spontane uitnodiging, drukte hij zijn lippen op de hare.

Willy zag het stel naar voren gaan en vermoede wel wat daar zou gebeuren ze keerde zich om en zei, ik geloof dat ik nog een slaapmutsje neem en naar bed ga. Nu heb ik nog de keus, uit één van de hutten.

Steef wist waar nog een kratje bier stond pakte het en wilde in het kombuis stappen, waar Willy de weg versperde. 

Ze stond met één voet op de waterkering en staarde naar een in de verte liggende knipperende lichtboei.

Ze sloeg een arm om Steef zijn nek en vroeg met een verdacht trillende stem, Steef ik moet te veel aan Dirk denken, ik ben zo verdietig het is net of we aan boord van de Max zitten.

Steef omarmde zijn schoonzuster en voelde haar tranen op zijn blote schouder druppelen.

Potverdorie, dat ze zo van streek was had hij helemaal niet verwacht, hij bleef dan ook zonder wat te zeggen met zijn arm om haar heen staan.

Zo plotseling als het gekomen was, was het ook weer over.

Ze ging in een hoekje zitten en vroeg, zwager trek eens een flesje voor me open.

De anderen kwamen nu ook binnen en in no time was het kratje leeg.

Allemaal zaten ze er op te wachten, wie welk bed ze toebedeeld zouden krijgen.

Uiteindelijk doorbrak Steef het ongemakkelijk punt en zei, als jullie het niet erg vinden dan ga ik Vera een verhaaltje vertellen. 

Hij trok zijn vriendin overeind en daalde de trap af naar de verblijven.

Hein bood Willy zijn hut aan, waar nog een bovenbed was voor een tweede slaper die gelijk door Inger ingepikt werd.

Hein zelf ging nog even aan dek om te kijken of ze nog op de zelfde plaats lagen.

Hij maakte zich helemaal geen zorgen dat ze morgen niet verder zouden komen. Hij spoog eens overboord en ging naar beneden.

Hij keek nog even in zijn hut, welke zwak door twee bedlampjes werd verlicht.

Brutaal stapte hij naar binnen en met een, welterusten gaf hij Inger een kus. Toen boog hij zich voorover naar het onderbed en zei,  jij hoort er toch ook bij.

Hij wilde haar een vluchtige kus op haar wang geven, maar Willy zoende hem vol op zijn mond.

Hij schrok er van, ze pakte zijn hand en zei, bedankt voor deze mooie dag, kapitein. 

Weer zag hij door het vage schijnsel haar vochtige ogen.

Later in zijn bed kon Hein de slaap niet vatten.

Gekke meid dacht hij, wist ik maar wat er in dat mooie hoofdje van je om ging. 

Zijn gedachten zweefden weer naar Inger, hoe zou ze over hem denken, hij vond het wel gek dat ze mee was gevaren in plaats naar huis te gaan.

Ze kenden elkaar nog maar een paar reizen, soms dacht hij dat ze wel wat in hem zag en het volgende moment was ze mijlen ver weg. Hij wist niet wat hij met die meid aan moest. 

Hij zou zich maar even op de vlakte houden

Het zelfde was met Willy na die heftige kus van haar, moest hij toch wel denken dat ze hem wel erg graag mocht, maar de geest van Dirk zweefde nog duidelijk merkbaar door de lucht.

Hij zag door een patrijspoort dat de dag al weer aan de hemel kwam toen hij eindelijk in slaap viel. 

Hein schrok zo hard dat hij overeind vloog en met zijn hoofd tegen een boven hem aan de wand hangend kastje bonkte. 

 

Hij begreep niet waar hij was. 

Een seconde geleden was hij nog in zijn droom, op de brug van de Ferry.

Hij realiseerde zich dat hij niet in zijn eigen bed lag op zijn kotter en waar hij zo ruw van wakker geworden was, was het lawaai van de hoofdmotor die werd gestart. 

Hij ging weer achterover liggen en dacht, laat Steef maar knoeien. We zitten toch vast en het zou niet helpen als hij naar boven ging.

Hij hoorde de meiden praten die waren er zeker ook al uit.

Hij draaide zich nog eens lekker om, zodat het licht niet meer in zijn ogen scheen. 

Hij wist niet hoe lang hij zo had gelegen, ergens voelde hij dat er wat met het schip gebeurde, maar hij kon het niet thuis brengen. 

Hij keek over zijn schouder door het patrijspoort, maar zag niets anders dan een strak blauwe lucht.

Plotseling zag hij de zon die langzaam voorbij kwam, potverdorie, dan waren ze aan het varen.

Hij sprong uit zijn kooi, keek naar buiten en zag dat er net en rode boei voorbij schoof.

Sodemieters dan waren ze toch los gekomen, hoe zou de dekselse Steef dat geflikt hebben, dacht hij bij zich zelf.

Hij ging naar zijn eigen hut en merkte dat de meiden al boven waren,  hij pakte zijn spullen en ging zich op zijn gemak wassen en scheren bij het kleine fonteintje.

Het zou wat moois zijn eerst lang op zijn nest liggen en dan het roer uit Steef’s handen nemen. 

Nee hij zou de eer maar aan Steef overlaten en net doen of het zo hoorde.

In de mess, nam hij een boterham, toen hij geen beleg zag liggen, nam hij twee suikerklontjes, wreef ze boven zijn brood tegen elkaar, zo had hij toch wat smaak aan zijn ontbijt.

Hij hoorde dat de motor stop gezet werd en direct daarna weer kort aanslaan.

Hij was stik nieuwsgierig, wat er buiten gebeurde. 

Natuurlijk ze voeren de sluis in, nou dat zouden ze ook wel zonder hem kunnen. 

Wordt vervolgd.    elke dag een nieuw hoofdstuk.

 

Met dank aan onze sponsors.

 

 

       poolbiljart Meetingpoint Sampan Udonthani

Vooral uw PC problemen 2e Floor Central Plaza

Resort and swimmingpool and Fishing pool

Bed and Breakfast Honnybee 400 thb  for 1 night .

Leeya resort swimming and fishing.

 

Gold filler  jksuradee chonburie

Kamer huur per dag,per maand per uur .Honnybee Soi Donudom Udonthani

Bemiddeling  bij koop of verkoop goederen via  gratis advertentie op deze weblog.

Indien u ook een sponsor wil worden dan hier infomeren.

lowy.cremers.senior@gmail.com